Print deze pagina
dinsdag, 31 maart 2015 09:52

'O, die jongen?' *januari 2001-april 2002

Zonder plichtplegingen ging in het Theo Thijssen Museum de nieuwe wisseltentoonstelling open. Titel: “O, die jongen?” Hoe het verder ging met Kees. De expositie, waarbij inrichter Hans Stoovelaar met hulp van Thijs Wierema zowaar ook een bibliogra?sche catalogus samenstelde, was geheel gewijd aan Thijssens populairste roman Kees de jongen, losjes geïnspireerd door zijn eigen jeugd in de Jordaan. De tentoonstelling liet alle gedaanten van het boek zien, inclusief de voorgeschiedenis. Kees de jongen verscheen weliswaar in 1923, maar het allereerste fragment schreef Thijssen al in 1908, als begin van een feuilleton in zijn kritische blad De Nieuwe School Tussen 1908 en 1915 verschenen er in totaal dertien fragmenten. Voor het bondsblad School en Huis werkte Thijssen in 1921-1922 de losse scênes uit tot een doorlopend verhaal, dat in 1923 in boekvorm verscheen. Het wordt tot op de dag van vandaag herdrukt. Zoals Rob Grootendorst eens zei: “’t Is geen bestseller, maar een longseller”. De expositie toonde onder meer de Duitse vertaling uit 1935, video-opnames van Hellinga’s toneelversie en verschillende Kees-objecten: de atlas die hij met zijn zieke vader gaat kopen, de postzegels, zijn lievelingsboek De Woudlooper enzovoorts. Halverwege deze tentoonstelling, op 16 juni 2001, organiseerde het museum de Dag van de Zwembadpas.