Print deze pagina

Een standbeeld voor Theo Thijssen

Burgemeester Wim Polak onthult het standbeeld van Theo Thijssen, 16 juni 1979. (Foto: Studio Friedländer) Burgemeester Wim Polak onthult het standbeeld van Theo Thijssen, 16 juni 1979. (Foto: Studio Friedländer)

Eigenlijk begint de voorgeschiedenis van ons museum nog eerder dan de oprichting van de Stichting Theo Thijssen in 1987. Drie van de oprichters (Hans Bayens, Rob Grootendorst en Thijs Wierema) werkten namelijk al samen in 1979. Uitgever Geert van Oorschot en beeldhouwer Hans Bayens bedachten toen dat het hoog tijd werd dat Theo Thijssen een standbeeld kreeg. (Bayens had al eerder de Titaantje van Nescio vereeuwigd, in het Oosterpark; Multatuli op de Torensluis volgde later.)  Van Oorschot vormde een Theo Thijssen Comité om het benodigde geld bijeen te halen, met Simon Carmiggelt, Remco Campert, Gerben Hellinga en Rob Grootendorst. De laatste was een jonge neerlandicus die drie jaar eerder een boekje over Thijssen had geschreven in de door Wierema geredigeerde en door Bas Lubberhuizen uitgegeven Kwartaaltijdschrift De Engelbewaarder.
Nu verzorgden Grootendorst, Wierema en Lubberhuizen een nieuwe, bibliofiele uitgave  ter financiering van het beeld: De liefde van Kees de jongen met alle Rosa Overbeek-passages uit de roman, geïllustreerd door Bayens. 
Op 16 juni 1979 (Thijssens 100ste geboortedag) werd het beeld onthuld door burgemeester Wim Polak, zelf een groot Thijssenfan.